home > Veelgestelde vragen
Als u en uw tegenpartij een overeenkomst tot arbitrage door de RvA hebben gesloten, is de RvA bevoegd om over uw geschil te oordelen, anders is de gewone rechter bevoegd.
De keuze voor arbitrage bij de RvA wordt meestal gemaakt in de koop-/aannemingsovereenkomst, de algemene voorwaarden die daarop van toepassing zijn verklaard of een ander contractstuk. U kunt dit echter ook later afspreken.
Er hoeft zelfs geen schriftelijke overeenkomst tot arbitrage te zijn: als een verweerder in een procedure bij de RvA geen beroep doet op de onbevoegdheid van de RvA, zal het scheidsgerecht aannemen dat tussen partijen een overeenkomst tot arbitrage bestaat of dat de verweerder deze door stilzwijgende aanvaarding (alsnog) tot stand wil doen komen.
Indien echter de bevoegdheid van de RvA wordt betwist, kan de overeenkomst tot arbitrage uitsluitend worden bewezen door middel van een geschrift. Voor meer informatie zie bevoegdheidsincident.
NB: Voor door de ondernemer/eiser in zijn overeenkomsten gebruikte algemene voorwaarden met arbitraal beding geldt vanaf 1 januari 2016 het volgende:
Artikel 6:236n BW bepaalt dat een arbitraal beding in algemene voorwaarden, waarvan de consument niet de gebruiker is, ten aanzien van de consument geacht wordt onredelijk bezwarend te zijn, tenzij de consument ten minste een maand bedenktijd heeft gekregen om alsnog voor beslechting van het geschil door de rechter te kiezen.
U kunt een procedure alleen schriftelijk of per mail aanhangig maken. Hoe u dat doet, leest u in hoe werkt procederen voor de RvA en procedures: een kort overzicht.
Ja, dat kan. U kunt uw processtukken sturen naar info@raadvanarbitrage.nl.
Er kunnen termijnen gelden voor de indiening van bepaalde klachten. Lees goed uw overeenkomst, de algemene voorwaarden en de overige documenten die u en uw wederpartij hebben uitgewisseld. Raadpleeg in geval van twijfel een jurist van bijvoorbeeld uw rechtsbijstandsverzekering.
Bij de RvA kunt u een pro forma memorie van eis indienen. Meestal gebeurt dit als partijen nog in overleg zijn over hun geschil en een of meerdere vervaltermijnen dreigen te verstrijken. Door de zaak pro forma dan in te dienen, worden de vorderingen binnen de termijnen ingesteld, zonder verder te procederen.
Een pro forma memorie van eis is een verkorte versie van een gewone memorie van eis met de vermelding van de omstandigheid dat de aanhangig making pro forma is. Belangrijk daarbij is dat daarin in ieder geval alle gebreken/vorderingen moeten worden vermeld waarvoor de vervaltermijn(en) geld(t)(en) en dat de gewenste vorderingen worden vermeld. Verder kan worden volstaan met een korte toelichting van de gebreken en de vervaltermijn(en) en overlegging van relevante overeenkomsten.
De aanhangig making van een geschil pro forma zal tot gevolg hebben dat het geschil automatisch op de parkeerrol terecht komt. De zaak wordt dan ‘geparkeerd’ totdat één van de partijen aangeeft dat hij deze door wil zetten.
De RvA is, net als de gewone rechter, onafhankelijk en onpartijdig. Dit geldt ook voor de arbiters en secretarissen van de RvA en het ondersteunende personeel. Daarom kunnen wij geen van de (mogelijke) partijen in een geschil inhoudelijk advies geven over hun geschil (anders dan de algemene voorbeelden en tips op deze website).
Voor juridisch inhoudelijk advies kunt u terecht bij uw verzekeraar als u een rechtsbijstandsverzekering hebt. Als u lid bent van een consumentenvereniging (Vereniging Eigen Huis, Consumentenbond) kunt u daar misschien terecht. Ook kunt u een advocaat inschakelen.
Vanzelfsprekend kunnen wij wel informatie verschaffen over procesrechtelijke vragen en praktische zaken in het kader van de procedures voor de RvA. Als u het antwoord op uw vraag niet op deze website vindt, kunt u ons bereiken op 030 - 2 343 222.
De RvA heeft procedures om een geschil te voorkomen of beperkt te houden. Zie daarvoor procedures: een kort overzicht, onder A.
Verder kunt u samen met uw tegenpartij aan de arbiters op de zitting vragen u te helpen om het geschil onderling op te lossen. De arbiters kunnen u dan een voorlopig oordeel geven om als basis voor onderhandelingen te dienen.
Als één van de partijen niet mee wil werken aan een onderlinge regeling, zult u alsnog verder moeten procederen. U kunt de arbiters dan niet houden aan hun voorlopige oordeel; bij het opstellen van een vonnis kunnen nieuwe inzichten ontstaan, waardoor dat vonnis misschien afwijkt van het voorlopige oordeel. Meestal zal het oordeel in het vonnis wél hetzelfde zijn als het voorlopige oordeel.
U mag van arbiters deskundigheid verwachten in die zin dat zij de technische stellingen van u en uw wederpartij kunnen begrijpen en het belang daarvan kunnen toetsen. U mag ook verwachten dat zij de door u gestelde gebreken in het werk bezichtigen, voor zover deze veilig kunnen worden bekeken.
U kunt er niet van uitgaan dat arbiters steeds zelf de oorzaak van gebreken kunnen bepalen. De kans bestaat dat wat door u geraadpleegde deskundigen niet weten zonder nader onderzoek, ook arbiters niet weten.
U mag niet verwachten dat arbiters zelf gaan onderzoeken of hetgeen u stelt waar is, als dit door eenvoudige bezichtiging niet blijkt.
Als u bijvoorbeeld wilt aantonen dat een spouw onvoldoende diep is, zult u dus een stukje van de muur open moeten maken, endoscopisch of ultrasoon onderzoek moeten doen, of op een andere manier moeten regelen dat arbiters kunnen controleren of uw stelling juist is.
Als u stelt dat de spouw overal te ondiep is, ligt het aan de stellingen van uw wederpartij of nog nader onderzoek nodig zal zijn. Arbiters zouden bijvoorbeeld van oordeel kunnen zijn dat niet van u gevraagd kan worden in alle muren te boren, als uw stelling al voor een deel juist blijkt te zijn. De aannemer moet dan aantonen dat de spouw elders wél voldoet. Hoe in een specifiek geval hierover wordt geoordeeld, valt op voorhand moeilijk te voorspellen omdat de omstandigheden erg kunnen verschillen.
Als de tegenpartij uw stelling betwist, u de bewijslast hebt en u geen bewijs hebt aangeboden, kan het scheidsgerecht uw vordering onmiddellijk afwijzen. Alleen een bewijsaanbod doen, kan te weinig zijn als het overduidelijk is dat op u de bewijslast van uw stelling rust, maar u geen begin van bewijs hebt aangereikt. Als u bijvoorbeeld wordt aangesproken tot betaling en u stelt reeds te hebben betaald, dan moet u niet aanbieden een betalingsbewijs over te leggen, maar moet u dit al bij uw stukken doen.
U kunt getuigen meenemen. De arbiter bepaalt of een getuige wordt gehoord.
Getuigen kunnen worden gehoord onder ede of als informant ter zitting. Als een getuige wordt gehoord onder ede, worden meer procesrechtelijke regels toegepast. Dit betekent onder meer dat een getuige niet bij het verhoor van een andere getuige aanwezig mag zijn, zolang hij zelf nog geen verklaring heeft afgelegd (tenzij de getuige partij in de procedure is). Hierdoor kan de duur van de zitting aanzienlijk worden verlengd. Vaak is het vanuit een praktisch oogpunt aan te raden getuigen als informant ter zitting te horen. De arbiter bepaalt zelf welke waarde hij hecht aan getuigenverklaringen, of deze nu zijn afgelegd als getuige onder ede of als informant.
U kunt als eiser altijd uw vordering intrekken, maar niet altijd de procedure beëindigen. Uw tegenpartij heeft misschien al een raadsman ingeschakeld die kosten heeft gemaakt. Daarom is voor de beëindiging van de procedure zijn medewerking vereist. Hij kan in ruil daarvoor vergoeding van zijn kosten vragen.
Trekt u uw vordering in maar komt u met uw wederpartij niet tot overeenstemming, dan gaat de procedure alleen nog over de proceskosten.
Zijn nog geen proceshandelingen gevraagd van uw wederpartij, of heeft deze geen raadsman en heeft hij ook geen eis in reconventie (tegeneis) ingesteld, dan is zijn toestemming niet nodig.
Zie voor het antwoord op deze vraag proceskosten in geval van beëindiging van het geschil op verzoek van partijen, in waarborgsom en kosten.
U wordt aangeraden op de zitting aanwezig te zijn, u bent daartoe niet verplicht. Als uw tegenpartij op de zitting iets stelt en u bent er zonder goede reden niet bij om dat te weerspreken, zal die stelling misschien voor waar worden aangenomen.
Er wordt naar gestreefd alle vonnissen zo snel mogelijk uit te reiken. Zaken die spoed hebben, krijgen echter voorrang. Meestal krijgt u aan het slot van de zitting te horen wanneer u de uitspraak kunt verwachten.
Ja, de uitspraken van de RvA zijn net zo bindend als die van de gewone rechter.
Als de RvA niet bevoegd is, loopt u in beginsel geen risico's door niet te antwoorden, maar misschien denkt u ten onrechte dat de RvA niet bevoegd is.
Antwoorden hoeft niet veel moeite te kosten. Informatie hierover treft u op de pagina bevoegdheidsincident.
U kunt een beroep doen op onbevoegdheid van de RvA in een ‘incidentele memorie houdende beroep op onbevoegdheid’, maar een mail of brief waarin u gemotiveerd aan de RvA bericht dat de RvA niet bevoegd is, is ook voldoende. Daarmee start een bevoegdheidsincident. Dit is in relatief korte tijd doorlopen en eindigt met een incidenteel vonnis, waarin over de bevoegdheid wordt geoordeeld en over niets anders. Als u gelijk hebt, zal uw wederpartij in de kosten van het incident worden veroordeeld.
Let op: een beroep op onbevoegdheid moet worden gedaan ‘vóór alle weren’, dat wil zeggen in uw eerste schriftelijke reactie op de eis van de andere partij. Meer informatie over een bevoegdheidsincident vindt u op de pagina bevoegdheidsincident.
1. Hoe maak ik van een WORD-document een pdf-document?
Dat kan door in WORD via “Opslaan als” te kiezen voor opslaan als PDF document.
2. Hoe maak ik van een papieren document een pdf-document?
Door het papieren document te scannen als pdf. Gebruik daarbij altijd de optie OCR. Alleen bij gebruik van deze optie is het document doorzoekbaar.
3. Wat is een doorzoekbaar pdf-document?
Dat is een pdf-document waarin u kunt zoeken op woorden. Dat zoeken kan in een pdf programma, zoals bijvoorbeeld Acrobat Reader door te klikken op het vergrootglas of (in uw browser) met de toetsencombinatie Ctrl+F.
4. Hoe maak ik een pdf-document doorzoekbaar?
Controleer eerst of het document niet al doorzoekbaar is (zie het antwoord op vraag 3). Is dit niet het geval dan kunt u hiervoor een (betaald) PDF bewerkingsprogramma zoals bijvoorbeeld Foxit PDF Editor 11 of Adobe Acrobat Pro DC gebruiken (zie ook het antwoord op vraag 6). Vaak wordt daarvoor de term OCR gebruikt.
5. Wat betekent OCR?
OCR staat voor OpticalCharacterRecognition. Indien men een papieren document scant naar pdf wordt de optie OCR aangeboden. Kies dan voor OCR want alleen dan scant het apparaat de tekst als doorzoekbare tekst. Doet men dat niet, dan wordt de tekst een plaatje en kan de tekst niet doorzocht worden.
6. Hoe maak ik bookmarks/bladwijzers in een pdf-document?
U kunt hiervoor een (betaald) PDF bewerkingsprogramma gebruiken zoals bijvoorbeeld Foxit PDF Editor 11 of Adobe Acrobat Pro DC.
Ook met het gratis programma PDFSAM Basic, kunt u individuele pdf-documenten samenvoegen. Als u in dit programma bij “samenvoeginstellingen” onder “bladwijzerbehandeling” dan kiest voor “maak een ingang voor elk samengevoegd document”, wordt elk document automatisch van een bladwijzer voorzien.
Elke bladwijzer krijgt dan de naam van het betreffende document, bijvoorbeeld memorie van eis, productie 1, productie 2 etcetera. Het is bij dit programma dus belangrijk om alle de samen te voegen documenten direct van de juiste naam te voorzien. Dit kan bij dit programma niet achteraf.
7. Moet ik de stukken ook nog op papier indienen?
U hoeft de stukken alleen digitaal in te dienen.
8. Ik kan/wil de stukken niet digitaal aanleveren.
Wat nu? Wij gaan ervan uit dat advocaten en andere professionele gemachtigden in staat zijn om de stukken digitaal op de gevraagde wijze aan te leveren. Een voorbeeld van een digitale memorie vindt u op de website van de RvA, in artikel 12 van het rolreglement.
Als u als particulier of klein bedrijf zelf procedeert (zonder gemachtigde) en niet in staat bent om stukken digitaal aan te leveren, stuurt u ons dan een e-mail. Wij zullen dan bekijken hoe u toch (digitaal) kunt procederen bij de RvA.
9. Mijn wederpartij heeft een digitale memorie ingediend en niet naar mij gestuurd. Ik wil die memorie graag digitaal ontvangen.
Dat kan, u kunt de digitale memorie opvragen bij ons of bij uw wederpartij.
In procedures bij de RvA kunt u zich laten vertegenwoordigen door wie u maar wilt. Als uw vertegenwoordiger (raadsman) geen advocaat is, moet hij een procesvolmacht indienen.
U kunt ook procederen zonder raadsman. Bedenk wel dat u misschien iets over het hoofd ziet dat wel wordt opgemerkt door een jurist die ervaring heeft met procederen.
Klik hier voor een voorbeeld van een procesvolmacht.
Als u de kosten van rechtsbijstand (door uw raadsman) niet kunt dragen, komt u misschien in aanmerking voor een toevoeging. Dit geldt uitsluitend voor de kosten van een advocaat, niet voor die van de RvA.
De in het ongelijk gestelde partij zal meestal de kosten van de RvA geheel of voor een deel moeten betalen. Als de wederpartij een gemachtigde had, zult u waarschijnlijk worden veroordeeld ook de kosten daarvan voor een deel te betalen, zie hiervoor ook kosten die partijen maken, in waarborgsom en kosten. Daarnaast blijven natuurlijk de door uzelf gemaakte kosten (gemachtigde, getuigen, deskundigen, reiskosten e.d.) voor uw rekening, voor zover daarvoor geen vergoeding wordt toegewezen.
Als uzelf of een andere partij in hoger beroep gaat, nemen de kosten aanzienlijk toe. Degene die in hoger beroep verliest, zal meestal ook het grootste deel van de kosten in eerste aanleg moeten betalen.
De arbiters van de RvA hebben vaak nog andere functies en werkzaamheden. Zij zijn maar zeer zelden op het kantoor van de RvA aanwezig. Zij hebben daarom een aantal taken aan het secretariaat gedelegeerd, om de procedures niet onnodig vertraging op te laten lopen.
Als u het niet eens bent met een door het secretariaat namens het scheidsgerecht genomen beslissing, kunt u steeds een beroep doen op het scheidsgerecht om die beslissing te heroverwegen.
Als uw wederpartij in een procedure failliet gaat, kunnen zich verschillende mogelijkheden voordoen al naar gelang uw situatie:
I. Er is nog geen procedure, maar u wilt er een starten
II. U bent eiser in een lopende procedure
III. U bent verweerder in een lopende procedure
IV. U bent eiser en verweerder
Meer informatie, met ook een voorbeeld van de meest voorkomende situatie, vindt u op faillissement van de tegenpartij.
De arbiters van de RvA zijn allemaal deskundig op hun vakgebied, maar zij hebben niet allemaal hetzelfde specialisme.
Het gebeurt regelmatig dat door de RvA deskundigen worden voorgedragen op verzoek van partijen in een procedure voor de rechtbank, of op verzoek van de rechtbank. Als de mogelijkheid aanwezig is dat het geschil nog voor de RvA zal worden gebracht, en dus door arbiters van de RvA moet worden beoordeeld, zal de RvA vanzelfsprekend geen deskundigen kunnen leveren.
Arbitrage door de RvA berust op een arbitrale, privaatrechtelijke overeenkomst tussen partijen. Een geschil in de privaatrechtelijke sfeer kan niet zonder toestemming van de partijen in de openbaarheid komen.
De zitting is daarom alleen toegankelijk voor de media of andere derden indien beide partijen daarmee instemmen. Indien beide partijen instemmen, worden de betreffende derden in beginsel toegelaten tot de zitting. Als het scheidsgerecht daartoe goede redenen aanwezig acht, kan het ondanks de instemming van partijen bepalen dat er geen derden bij de zitting aanwezig mogen zijn. Voor het overige zie de toelichting op de mondelinge behandeling en de toelichting op aanwezigheid van de pers.
De vonnissen van de RvA worden in geanonimiseerde vorm op de jurisprudentiewebsite van de RvA gepubliceerd, tenzij partijen beide aangeven dat niet te willen.
Vanzelfsprekend dienen de arbiters van de RvA iedereen onder alle omstandigheden correct te behandelen. Met het oog daarop zijn gedragsregels opgesteld. Desondanks kan het gebeuren dat een van partijen vindt dat hij of zij niet goed behandeld is. De RvA neemt dat zeer ernstig op en heeft daarom een klachtreglement.
Een procespartij kan een klacht indienen bij de voorzitter van de RvA. De gedragsregels, het klachtreglement en meer over de wijze van indiening en behandeling van een klacht vindt u in klachten.
Let op: het indienen van een klacht en de beslissing op die klacht heeft geen invloed op de beslissing van arbiter(s)/het vonnis, zelfs niet als uw klacht gegrond is. Indien u het niet eens bent met de beslissing van het scheidsgerecht in een vonnis, kunt u een rechtsmiddel instellen, zoals hoger beroep, of het vonnis ter vernietiging voordragen bij de burgerlijke rechter (het gerechtshof).
De RvA reikt een vonnis niet uit voordat de arbitragekosten van de RvA volledig zijn voldaan. Daarop worden geen uitzonderingen gemaakt, behalve – onder omstandigheden – in geval van een faillissement.
U kunt wel zelf de aan de andere partij verzochte aanvulling van de waarborgsom betalen. In de kostenveroordeling in het vonnis kan daarmee rekening worden gehouden. U loopt dan natuurlijk het risico dat de wederpartij geen mogelijkheid tot verhaal meer biedt en dat u de voorgeschoten kosten niet vergoed krijgt.
Een vonnis van arbiters die ten onrechte hebben aangenomen dat zij bevoegd zijn, is vernietigbaar op grond van artikel 1065 Rv.
Vernietiging is alleen mogelijk als:
- u vóór alle weren een beroep hebt gedaan op de onbevoegdheid (art. 1065 lid 2 en 1052 lid 2 Rv). Hierover leest u meer in bevoegdheidsincident;
- het vonnis niet vatbaar voor hoger beroep is, of een geheel of gedeeltelijk eindvonnis in hoger beroep is (art. 1064 lid 1 Rv). In hoger beroep (de appelprocedure) leest u welke vonnissen vatbaar zijn voor hoger beroep.
U zult dus eerst tegen het incidentele vonnis waarin arbiters zich bevoegd oordelen in hoger beroep moeten gaan bij de RvA, als dat mogelijk is.
U kunt vervolgens vernietiging vragen bij de burgerlijke rechter (het gerechtshof), als de appelarbiters in het vonnis in het incidentele hoger beroep ook hebben geoordeeld dat zij bevoegd zijn.
U kunt tegen het incidentele vonnis pas hoger beroep instellen tegelijk met hoger beroep tegen het eindvonnis in de hoofdzaak, tenzij partijen anders zijn overeengekomen of het scheidsgerecht in het incidentele vonnis uitdrukkelijk anders heeft bepaald (art. 22 lid 5 Arbitragereglement RvA, vgl. artt. 1052 lid 6 en 1050 lid 2 Rv).
Als uw wederpartijen niet meewerken en het scheidsgerecht niet heeft bepaald dat onmiddellijk hoger beroep mogelijk is, moet u het eindvonnis van het scheidsgerecht (dus de gehele procedure in eerste aanleg) afwachten voordat u iets tegen de beslissing omtrent de bevoegdheid kunt doen.
Vervolgens zal eerst het scheidsgerecht in het hoger beroep (dat zijn andere arbiters dan in eerste aanleg) nog moeten oordelen over de bevoegdheid van de RvA. Als zij zichzelf bevoegd oordelen, kunt u bij de burgerlijke rechter (het gerechtshof) vernietiging vragen van het vonnis waarin zij dat deden.
In de vernietigingsprocedure bij de burgerlijke rechter (het gerechtshof) is procesvertegenwoordiging verplicht. U zult daarvoor dus een advocaat moeten inschakelen.
Beslist de gewone rechter dat arbiters de bevoegdheid geheel of deels ten onrechte hebben aangenomen, dan worden alle tussen- en eindvonnissen van de onbevoegde arbiters in het incident en de hoofdzaak ongeldig voor het deel van de vordering ten aanzien waarvan zij niet bevoegd waren.
Totdat het vonnis van de volgens u onbevoegde arbiters is vernietigd – in hoger beroep of door de burgerlijke rechter (het gerechtshof) – bent u verplicht om te handelen naar de veroordelingen in dat vonnis en kan uw wederpartij ook nakoming daarvan afdwingen (art. 1066 lid 1 Rv). Op grond van lid 2 van genoemd artikel kan de rechter die oordeelt over de vernietiging de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis schorsen, maar daar moet u dan wel expliciet om vragen.
Zie voor het antwoord op deze vraag bodemprocedure, onder nakoming afdwingen (exequatur).
I. Hoger beroep
Als u het niet eens bent met de beslissing in het vonnis, kunt u daartegen in hoger beroep gaan. Let op: dit kan alleen binnen een bepaalde termijn en is niet mogelijk indien het vonnis als het was gewezen door de gewone rechter niet vatbaar zou zijn geweest voor hoger beroep
II. Herstel of aanvulling
Als het vonnis een kennelijke fout bevat, of niet volledig is, kunt u een verzoek doen tot herstel of aanvulling daarvan. Let op: dit kan alleen binnen een bepaalde termijn. Aanvulling van het vonnis kan in bepaalde gevallen alleen als er geen hoger beroep tegen het vonnis mogelijk is
III. Vernietiging
Op de in artikel 1065 Rv genoemde gronden (geldige arbitrageovereenkomst ontbreekt, samenstelling scheidsgerecht in strijd met de regelen, scheidsgerecht heeft zich niet aan opdracht gehouden, ontbreken van motivering en strijd met openbare orde) kan een arbitraal vonnis geheel of gedeeltelijk worden vernietigd door het gerechtshof van het ressort waarin de plaats van arbitrage is gelegen (bij de RvA is dat altijd Amsterdam).
In geschillen waarop het arbitragerecht van toepassing is zoals dat geldt vóór 1 januari 2015, gebeurt de vernietiging door de rechtbank in Amsterdam. In deze gevallen is een verzoek tot vernietiging alleen mogelijk indien er hoger beroep tegen het vonnis is ingesteld.
Een geslaagd beroep op vernietiging van een vonnis van de RvA komt erg weinig voor.
IV. Herroeping
Nog zeldzamer is de mogelijkheid van herroeping.
Het gerechtshof van het ressort waar een vonnis is gedeponeerd (bij de RvA is dat altijd Amsterdam), kan dat vonnis herroepen op de grond dat (art. 1068 Rv):
a. het vonnis geheel of ten dele berust op na de uitspraak ontdekt bedrog, door of met medeweten van de wederpartij gepleegd in de arbitrale procedure;
b. het vonnis geheel of ten dele berust op stukken die na de uitspraak vals blijken te zijn;
c. een partij na de uitspraak stukken die op de beslissing van het scheidsgerecht van invloed zouden zijn geweest en door de wederpartij zijn achtergehouden, in handen heeft gekregen.
Het effect van een geslaagd beroep op herroeping is vernietiging van het bestreden vonnis.
Het beroep moet in beginsel binnen drie maanden na de ontdekking van de herroepingsgrond bij dagvaarding worden ingediend.
Het indienen van een klacht en de beslissing op die klacht heeft geen invloed op de beslissing van arbiter(s)/het vonnis, zelfs niet als uw klacht gegrond is.
De grondslag voor de berekening van de waarborgsom en de kosten in hoger beroep wordt bepaald door het financiële belang van de eiser bij het aangevochten deel van het vonnis in eerste aanleg/de in hoger beroep ingestelde vordering.
Stel, u heeft in eerste aanleg gevorderd dat de wederpartij zou worden veroordeeld € 25.000 aan u te betalen. De wederpartij is veroordeeld € 10.000 te betalen. In hoger beroep vordert u dat hij alsnog wordt veroordeeld de gehele € 25.000 te betalen. Het financiële belang van uw vordering in hoger beroep is dan € 15.000.
Als u accepteert dat een gedeelte van € 6.000 van uw vordering in eerste aanleg terecht is afgewezen, vordert u dat de wederpartij in hoger beroep wordt veroordeeld tot betaling van € 25.000 -/- € 6.000 = € 19.000. Uw financiële belang bij de vordering in hoger beroep is dan € 19.000 -/- € 10.000 (al toegewezen) = € 9.000.
Zie voor het antwoord op deze vraag hoger beroep (de appelprocedure), onder appel op nader aan te voeren gronden, pro forma hoger beroep]].
Alle kosten van de RvA worden betaald door de partijen die bij de RvA procederen. Bij het aanhangig maken van een geschil betaalt de eisende partij een waarborgsom. Bij uitreiking van het vonnis worden de kosten daarvan vastgesteld en verrekend met die waarborgsom. Als die waarborgsom onvoldoende blijkt, moet er door partijen/een partij een aanvulling worden betaald, in het andere geval wordt het restant terugbetaald. Zie hiervoor waarborgsom en kosten.
Dat hangt ten eerste af van de soort procedure. Een kort geding gaat het snelst. Daar kan de mondelinge behandeling zo nodig binnen een dag plaatsvinden. De uitspraak wordt zo mogelijk al op de zitting gedaan of schriftelijk binnen enkele dagen nadien.
Indien een fast track bindend advies mogelijk is, ligt er binnen (maximaal) negen weken na start procedure een uitspraak.
Bij een spoedbodemprocedure vindt de zitting plaats op een termijn van 2,5 tot 3 maanden en daarna ontvangt u het vonnis binnen twee tot drie weken.
De duur van een gewone procedure hangt hoofdzakelijk af van de mate waarin bij het indienen van processtukken gebruik maken van de uitstellen die de Raad verleent volgens het rolreglement. Daarnaast komt het regelmatig voor dat de advocaten van partijen elkaar extra uitstellen verlenen.
In de praktijk is circa 85 procent van de procedures bij de Raad binnen een jaar afgerond. Vanzelfsprekend kunnen partijen afspreken dat zij sneller willen procederen waardoor er sneller een uitspraak zal liggen.