home > Klachten
Vanzelfsprekend dienen de arbiters van de RvA iedereen onder alle omstandigheden correct te behandelen. Met het oog daarop zijn gedragsregels opgesteld. Desondanks kan het gebeuren dat een van de procespartijen zich niet correct behandeld vindt. De RvA trekt zich dat zeer ernstig aan en heeft daarom een klachtreglement.
Een procespartij kan een klacht indienen bij de voorzitter van de RvA. De voorzitter behandelt eventuele klachten zorgvuldig.
Hoe u een klacht kunt indienen en hoe we die behandelen, vindt u in de gedragsregels en het klachtreglement hieronder.
Let op: het indienen van een klacht en de beslissing op die klacht heeft geen invloed op de beslissing van het scheidsgerecht/het vonnis, zelfs niet als uw klacht gegrond is. Indien u het niet eens bent met de beslissing van het scheidsgerecht in een vonnis, kunt u mogelijk een rechtsmiddel instellen, zoals hoger beroep, of het vonnis ter vernietiging voordragen bij de rechtbank of gerechtshof.
Een arbiter dient te allen tijde omstandigheden op basis waarvan bij enige partij twijfel kan ontstaan aan zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid aan de beide partijen te melden.
Een arbiter vermijdt elk contact over de zaak waarin hij is benoemd, met slechts een der partijen of een van de raadslieden van de betreffende partij, met getuigen, met in die zaak benoemde deskundigen of andere bij die zaak betrokkenen, buiten de behandeling van de zaak ter zitting. Hij mag buiten de formele procesgang om nimmer een ongevraagd door een der partijen aan hem toegezonden stuk of mededeling in aanmerking nemen zonder instemming van de andere partij(en).
Een arbiter dient zich te onthouden van elke discussie met partijen over een eenmaal gewezen vonnis of de gronden waarop de beslissing is gebaseerd.
Een arbiter beseft te allen tijde dat hij er voor partijen is en partijen niet voor hem.
Arbiters doen alleen in gezamenlijk overleg uitlatingen over de merites van een zaak, die zich onder hen bevindt, en dan alleen nog voor zover dat dienstig is voor de beoordeling van het geschil en zulks aan partijen wordt uitgelegd. Uitlatingen worden voorts alleen gedaan jegens de gezamenlijke partijen.
Bij alle contacten met partijen bejegenen en behandelen arbiters partijen en hun raadslieden op dezelfde wijze.
Bij de behandeling van het geschil worden de (raadslieden van) partijen zo min mogelijk beperkt in hetgeen zij ter instructie van hun zaak naar voren willen brengen. Voorts dient het scheidsgerecht zich op de zitting te onthouden van aanmerkingen op het procesgedrag van enige partij, onfatsoenlijkheden daargelaten, en worden pleidooien niet onderbroken in het geval enige partij of raadsman te kennen heeft gegeven dat niet op prijs te stellen, tenzij de onderbreking noodzakelijk is om de lijn van het betoog te kunnen volgen of anderszins noodzakelijk wordt geacht en die noodzaak aan partijen wordt uitgelegd.
Het scheidsgerecht geeft niet alleen alle ruimte aan de raadslieden om het woord te voeren, maar geeft ook gepaste ruimte aan de partijen zelf.
Partijen wordt ruimte gelaten voor het op de zitting voordragen van hun bewijsmiddelen, tenzij gemotiveerd wordt aangegeven dat het eventueel daarmee bewezene niet van belang kan zijn kan voor de te geven beslissingen of overigens niet toelaatbaar is. Hetzelfde geldt voor een verzoek het betreffende werk in ogenschouw te nemen. Een en ander laat onverlet de mogelijkheid een aanbod tot het voordragen van een bewijsmiddel af te wijzen, indien dat aanbod onder de gegeven omstandigheden te laat is gedaan. Arbiters kunnen voor de bewijslevering (onder meer door overlegging van nadere stukken, verhoor van getuigen, horen van deskundigen en bezichtiging) eventueel een nadere zitting, plaats en tijdstip bepalen.
Een arbiter dient te allen tijde in het oog te houden dat de kosten voor partijen niet onnodig oplopen.
Arbiters doen nimmer schikkingsvoorstellen zonder dat beide partijen daar tevoren uitdrukkelijk mee hebben ingestemd.
Voor zoveel een klacht beoogt van invloed te zijn op het vonnis, dient de klagende partij de weg te bewandelen die in de wet is voorzien voor de vernietiging van vonnissen.
Teneinde ongewenste interferentie uit te sluiten, is de voorzitter de bevoegdheid verleend de beslissing over de klacht aan te houden totdat vaststaat dat de beslissing over de klacht niet meer van invloed kan zijn op de afdoening van de procedure en procedures op basis van ingestelde rechtsmiddelen, de vernietiging daaronder begrepen.
In de klachtprocedure kan uitsluitend worden geklaagd over de schending van de gedragsregels door arbiters; uitdrukkelijk dus niet over de inhoud van het gewezen vonnis.
Voor zoveel een partij meent dat de gewraakte handeling van de arbiter een grond vormt voor het in artikel 6 van het Arbitragereglement van de RvA bedoelde verzoek, kan hij het in dat artikel bedoelde verzoek doen op de wijze als is voorzien in dat artikel. In de klachtprocedure wordt daarover niet beslist.
De afdoening van de klacht verloopt schriftelijk voor zoveel dat uit het reglement van de klachtprocedure volgt. De beslissing wordt in geschrifte aan de klager en de beklaagde uitgereikt.
Voor zoveel een partij meent dat de gedragsregels zijn geschonden door toedoen van de behandelend secretaris, dient hij zijn klacht in te dienen tegen het scheidsgerecht dat de gewraakte handeling heeft toegelaten.
De klachtprocedure kan leiden tot andere maatregelen dan in de klachtprocedure zijn vermeld. Het betreft dan louter interne maatregelen, waarover niet met de klager wordt gecorrespondeerd.