Bij de RvA kunt u als partijen zelf bepalen hoe u de te voeren procedure wilt inrichten. Wilt u bijvoorbeeld sneller procederen, minder stukken indienen of zelf de arbiters kiezen? Dat kan: in overleg met de RvA kunt u samen zelf de arbitrage vormgeven die bij u past. Dit maatwerk scheelt kosten en tijd en draagt bij aan de acceptatie van de beslissing.
> rva-regels en maatwerk
> baas over uw eigen proces
> meer regie
> sneller procederen
> minder stukken indienen
> zelf arbiters kiezen
Arbitrage en andere procedures bij de RvA verlopen volgens door de RvA opgestelde standaardregels, zoals vastgelegd in het Arbitragereglement, het Rolreglement en de reglementen voor andere procedures. U kunt daar als partijen echter zelf grote invloed op uitoefenen. U kunt – altijd gezamenlijk en in overleg met de RvA – bepalen hoe u de procedure ingericht wilt hebben. Zo kunt u afspraken maken over de te hanteren termijnen en over beperking van omvang en aantal van uit te wisselen stukken. U heeft desgewenst ook invloed op de keuze van arbiters: die kunnen wij voor u kiezen, maar u kunt dat ook zelf doen. Bijvoorbeeld als u specifiek bepaalde deskundigen wilt.
Met maatwerk bent u meer baas over uw eigen proces. De inzet van arbiters, door ons of door uzelf gekozen, waarvan de deskundigheid toegesneden is op het soort zaak betekent dat vervolg-deskundigen niet nodig zijn. De keuze voor een snellere procedure en/of minder stukken helpt vertraging en kosten zo veel mogelijk binnen de perken te houden.
Maatwerk in een procedure draagt bij aan het voeren van een inhoudelijk debat en aan de acceptatie van de uiteindelijke beslissing. De verdere samenwerking tussen partijen wordt daarmee zo min mogelijk belast.
Dat de RvA dergelijk maatwerk mogelijk maakt, is nog te weinig bekend. De RvA wil daarom de mogelijkheden en voordelen van maatwerk nadrukkelijk onder de aandacht brengen. Door het proces als het ware gezamenlijk in te richten, kun je effectiever en voortvarender werken. Bijvoorbeeld door na een eerste wisseling van stukken een regiezitting in te lassen. Daarin kun je vastleggen hoe je de zaak verder gaat oplossen, welke vraagstukken en grote posten je als eerste afhandelt en hoe je omgaat met termijnen. In de praktijk blijkt dat een dergelijke regie grote voordelen biedt.
De duur van een procedure is sterk afhankelijk van de vraag hoe snel partijen hun stukken indienen en op elkaars stukken reageren. Een gewone bodemprocedure bijvoorbeeld duurt vanaf het indienen van het eerste stuk tot het uitreiken van het vonnis gemiddeld circa zes tot twaalf maanden. U kunt samen afspreken dat te bekorten door geen gebruik maken van de maximale termijnen die gelden voor het indienen van stukken. Dan kan er, net zoals dat bij een spoedbodemprocedure het geval is, bijvoorbeeld al binnen twaalf tot zestien weken een uitspraak liggen.
Ook beperking van het aantal uit te wisselen stukken is mogelijk. In het al genoemde voorbeeld van de gewone bodemprocedure is er na de memories van eis en van antwoord voorafgaand aan de mondelinge behandeling meestal nog sprake van een memorie van repliek en een memorie van dupliek. Daarnaast leggen partijen ook soms vóór of zelfs op de zitting nog nieuwe stukken over. Door bijvoorbeeld af te spreken de memories van repliek en dupliek achterwege te laten, of door de reglementaire mogelijkheden tot uitstel te beperken, kan veel tijdwinst worden geboekt.
In de meeste geschillen kunnen partijen, als ze dat willen, zelf kiezen wie van de arbiters van de RvA daarover mag oordelen, mits die keuze gezamenlijk wordt gedaan. Als dat niet lukt, kiest de voorzitter van de RvA de arbiters. Alleen in spoedprocedures kiest de voorzitter van de RvA de arbiters, tenzij partijen anders hebben afgesproken. Ook hier is dus maatwerk mogelijk.
U kunt ook uw ‘eigen’ arbiters kiezen, dat wil zeggen dat ze niet behoren tot de arbiters van de RvA.
Onder onze arbiters leest u welke achtergrond de arbiters hebben.