home > Onze procedures > Complicaties in de procedure > Niet ontvankelijkheidsincident

(Niet-)ontvankelijkheidsincident

Een partij is niet-ontvankelijk in een vordering als die vordering niet kan slagen om redenen die zijn gelegen buiten de zaak zelf en die beletten de zaak inhoudelijk te beoordelen. Dat is bijvoorbeeld het geval als de verweerder zich terecht beroept op het verstreken zijn van een termijn waarbinnen de vordering ingesteld had moeten worden, als de feiten die aan de vordering ten grondslag zijn gelegd deze (nog) niet kunnen dragen (tijdelijk niet-ontvankelijk), of als de termijn voor het instellen van een rechtsmiddel is verstreken (absoluut niet-ontvankelijk).
Een niet-ontvankelijkheidsverweer kan – ondanks het ontbreken van een specifieke wettelijke regeling daarvoor – leiden tot een incident, indien het is gebaseerd op processuele gronden.
In veel gevallen worden gronden voor niet-ontvankelijkheid aangevoerd die niet alleen om een processuele, maar ook om een inhoudelijke beoordeling van het geschil vragen. In dat geval is er in beginsel geen plaats voor incidentele behandeling, maar kan wel (op verzoek of met instemming van partijen) bij tussenvonnis een uitspraak worden gedaan omtrent de (niet-)ontvankelijkheid.